donderdag 29 september 2011

Wakker worden

"Het komt wel goed Jonas!" fluisterde Jente toen hij zag dat Jonas weer wakker werd in het ziekenhuis met een gebroken been en gekneusde ribben. Het duurde even voor Jonas door had wat er allemaal gebeurt was, maar toen hij zag dat Jente ook een paar blauwe plekken had, besefte hij dat Jente de paal was waar hij met zijn fiets tegen was geknald als een raket tegen de maan. "Het komt wel goed! Je zal nu wel wat pijn hebben maar ik zal je wel verzorgen" probeerde Jente Jonas te troosten. Een zin die Jonas deed gloeien van plezier. "Jente die mij verzorgt, die om mij geeft", Jonas was in gedachten een vreugdedansje aan het maken, maar probeerde toch op een normale manier te reageren tegen Jente. Een onverschillige "Dank je wel" leek Jonas het beste om door zijn stembanden te laten produceren. Waarna Jente als antwoord zijn hand op het niet gebroken rechterbeen plaatste en een "dat is met alle liefde gedaan" als bijhorend antwoord gaf.
Toen Jente even later naar de cafetaria ging om iets te halen ter vervanging van de zoals altijd niet te eten ziekenhuis kost die je anders krijgt, dacht Jonas luidop na over wat er allemaal aan de hand was. Pas nu besefte hij dat hij niet wist waarom hij het zo leuk vond dan Jente steeds bij hem bleef. Was dit nu hechte vriendschap? Raar want ze kennen elkaar eigenlijk nog niet zo goed. Maar wat was het dan wel? Van al het piekeren in combinatie met de klap van het ongeval werd Jonas een beetje slaperig, draaide zich om zoals een hond in zijn mand en viel in slaap.

maandag 26 september 2011

huiswerk maken

Met een luide triiiiiiiiiiiing schoot Jonas wakker uit zijn dagdroom, of noem het maar beter een dagmerrie! Hij kon nog steeds niet geloven dat hij had toegezegd om samen met de andere jongens uit zijn klas te gaan voetballen. Ook al had hij heel de dag zitten nadenken hoe hij hier onderuit zou komen, verder dan 7 waarschuwingen van de leerkracht dat hij nu eindelijk eens moest opletten, was hij niet gekomen. De afgang zou totaal zijn, en er was helemaal niets meer aan te doen. Toen Jonas thuis aankwam gooide hij zijn boekentas in een hoek van de kamer. Huiswerk maken, daar had hij nu totaal geen zin in. En trouwens, hij had wel belangrijkere dingen te doen. Nadenken bijvoorbeeld. Jonas pakte zijn fiets en ging in zijn teerbeminde dorpje nog eens rondfietsen, maar deze keer niet zoals de voorbije miljoen keer, rustig en genietend van alles wat hij tegenkwam op zijn pad. Het leek wel of hij door de dood Himself achterna gezeten werd. Als hij in de buurt van school zou rijden waar sinds kort een flitspaal staat die je flitst zodra je harder dan 30 rijdt, dan had Jonas zeker op de foto gestaan. Zonder om zich heen te kijken racete hij door de weilanden tot hij plots gerinkel hoorde, gevolgd door een klap en een auw-geroep die uit zijn eigen mond kwam. Pas toen besefte hij dat hij niet meer op zijn fiets zat maar wel als een uitgesmeerde kauwgom tegen het asfalt plakte.

donderdag 15 september 2011

100000volt

Zoals Jonas zichzelf had beloofd, stapte hij vol goede moed de 1,6km die hij elke dag deed om van zijn liefelijke huisje tot op die rotschool te komen. Elke morgen opnieuw vroeg hij zich af wat hij daar toch ging doen! Behalve vandaag! Vandaag wist hij precies waarom hij naar school moest gaan. Hij ging namelijk vragen aan Jente of ze samen iets gingen doen. Al 193854858448 keer had hij zichzelf het gesprek voor de geest gehaald, hij wist perfect wat hij zou gaan zeggen. Aangekomen aan de poort blies hij het laatste beetje verse buitenlucht uit zijn longen om daarna des te dieper in te ademen, al zijn moed uit zijn schoenen te trekken, bij elkaar te rapen en recht op Jente af te stappen. "Hoe komt het eigenlijk dat ik zo zenuwachtig ben? Ik ga toch maar gewoon een vriend vragen om samen iets te doen." vroeg Jonas zich luidop af, net iets te luid. "Ah met wie wil je iets gaan doen?" vroeg de jongensstem die achter hem vandaan kwam. In een ruk (volgens mij was het een wereldrecord) draaide Jonas zich om en keek recht in de ogen van Jente. "Euh... Ik wou eigenlijk aan Karel vragen of hij met mij wou gaan voetballen" loog Jonas zonder blikken of blozen. Zijn woorden waren nog niet koud of hij had al spijt van wat hij zei. Voetballen! Als er iets is waar hij een hekel aan heeft is het wel voetballen! Laat staan dat hij het kan! "Oh, leuk idee" reageerde Jente op zijn voorstel "Misschien moeten we met de hele groep samen gaan voetballen, is toch veel leuker!" Jonas keek verschrikt op van het voorstel en binnen de drie seconden was van het helder weer die dag niets meer te merken. Voor Jonas leek het te donderen en hij kreeg het gevoel alsof hij net door een bliksem van 100000volt was geraakt. "Hoe moet ik dit oplossen," dacht hij in zichzelf, "Ik kan niet voetballen. Ik ga me belachelijk maken!" En net op het moment dat hij voor de allerlaaste keer kon terugkomen op zijn eigen voorstel was "Oké, voor mij is dat goed." de enige zin die hij tussen zijn lippen geperst kreeg.

maandag 12 september 2011

Het buitenaards wezen

Dat buitenaards wezentje dat de naam Jente had gekregen bij de geboorte zag er echt goed uit! Dat was eigenlijk het eerste dat Jonas opviel toen hij zo stond te staren. Plots alsof hij een elektrische shock kreeg van het hoogspanningskabel die boven hem aan het bengelen was, antwoorde Jonas op de vraag die Jente 5 minuten geleden had gesteld. "Euh... ja, ja, met mij is alles goed! Hoe gaat het met jou?" kraamde Jonas uit terwijl hij schrok van zijn eigen stem. Hij vroeg zichzelf af wat er aan de hand was. Waarom had hij het gevoel dat hij altijd bij Jente wou zijn? Dat hij alles met hem wou doen en delen. Nog een beetje verward van de plotse confrontatie met het buitenaards wezen stotterde Jonas dat hij dringend door moest, groette Jente beleefd en ging toen verder met de fietstocht die zijn leven drastisch zou veranderen. Toen hij thuis kwam plofte hij zich in de groen-ledere zetel die al bijna 20 jaar in de living stond. Een beetje verdwaald in eigen gedachten popte plots Jente weer op. Eigenlijk was het echt wel een toffe jongen. "Misschien moet ik er toch eens mee afspreken om iets samen te doen." dacht Jonas terwijl hij al zenuwachtig werd van het gedacht alleen al. "Morgen op school ga ik het hem subtiel vragen." besloot hij! Hoe? Dat wist hij nog niet, maar hij had nog een hele nacht om daarover na te denken.

maandag 5 september 2011

niet meer alleen

Dat was ook de reden dat hij Wuustwezel nog beter kende dan zijn eigen huis. Elk nestje dat de vogels in de bomen hadden gemaakt wist hij te vinden. Hij was gewoon één met zijn dorp! Ook de volgende jaren veranderde dat niet, Jonas was ondertussen al 14 jaar maar nog altijd niet weg te slaan uit de Wuustwezelse natuur. Eigenlijk was het enige dat echt veranderd was, de lengte van onze jonge kerel en natuurlijk zijn fiets die al eeuwen geen zijwieldjes meer had. Ook knuffelkonijn zat al een aantal jaar gevangen in Jonas zijn kamer want welke 14-jarige stoere kerel ging nu nog wandelen met zijn knuffel.
Zelf op stap gaan deed hij echter nog wel. De kans dat je Jonas thuis tegenkwam was nog kleiner geworden in vergelijking met een aantal jaar geleden. Hij bleef dezelfde plekjes bezoeken als toen maar kon er nu veel langer van genieten en bleef dus ook langer van huis. En zo ook vandaag, al van 10 uur deze morgen was Jonas het huis uit. Met zijn fiets door de velden scheurend, genietend van alles wat hij zag. Het frisgroene gras, de bruine dikke schors van de oude eikenboom, de hemelsblauwe lucht met hier en daar een witte wolk en die mooie jongen daar in het midden van de weg...
How, wacht eens even! Een mooie jongen?! Wat gebeurt er nu? Jonas schrok zo hard van zijn eigen gedachten dat hij bijna met fiets en al in de beek donderden. Gelukkig herpakte hij zich net op tijd en kon een frontale botsing met het vieze, bruine water van de beek vermijden. Ondertussen had hij ook de tijd gevonden nog eens goed naar de jongen te kijken en zag toen dat het Jente uit zijn klas was. Jente was een soort van blonde god op school. Alle jongens probeerde in zijn buurt te komen om samen te voetballen, terwijl alle meisjes onderling een oorlog uitvochten om naast hem te mogen rijden op de weg van school naar huis. Jonas en Jente hadden niet zo veel contact met elkaar op school. Niet alleen omdat Jonas niet zo van voetballen houdt, ook omdat hij zich niet zo op zijn gemak voelde bij Jente. Elke keer hij hem zag, kon hij alleen maar denken: "Zag ik er maar uit zoals Jente...". Een gevoel dat hij moeilijk kon verwoorden maakt zich dan ook meester van hem, hij voelde een tinteling doorheen heel zijn lichaam als hij naar Jente keek maar wist niet goed hoe daar mee om te gaan.
Nu stond Jente vlak voor zijn neus in het midden van het zandweggetje dat tussen de uitgestrekte velden kronkelt. "Hoi Jonas, alles goed? Wat doe jij hier?" vroeg Jente met zijn altijd zwoele, zachte stem. Het zweet brak Jonas uit. "Ik mag niets stom zeggen." is het enige wat hij kon denken en iets zeggen lukte al helemaal niet. Hij bleef dus gewoon staan, starend naar Jente, alsof die van een andere planeet kwam.

knuffelkonijn

"Jonas, Jonas, Jonas!! Kom nu toch eens naar binnen" riep Monique, de moeder van Jonas vanuit de openstaande keukendeur naar buiten. Waar hing die kleine snotaap nu toch weer uit! Nu hij al wat groter was moesten zijn ouders hem elke seconde in het oog houden. Hij was namelijk niet zoals de andere jongens uit de straat. Hij speelde niet met de autootjes in de living voor de teevee waar vader geboeid naar zat te kijken. Jonas was altijd op stap, buiten, niet alleen! Nee, Jonas ging wandelen met zijn knuffel, hij legde die zorgvuldig in de poppenwagen die hij van zijn zus had gestolen en achteraan tussen het gereedschap in de garage had verstopt. Zo vertrok hij dus op uitstap met zijn knuffel, frisse lucht was namelijk heel goed voor dat lieve pluche konijn dat hij overal mee naar toe zeulde. En frisse lucht kreeg dat arme dier genoeg, dag in dag uit werd het in de poppenwagen gelegd en heel het dorp rondgereden. Af en toe gingen ze zelfs nog wat verder, dan werd de poppenwagen omgeruild voor het gevlochten rieten mandje dat vooraan op zijn rode driewieler, die hij had gekregen voor zijn verjaardag, was bevestigt door papa. Samen reden ze dan uren aan een stuk en kreeg konijn bij elke plaats waar ze stopten een deskundige uitleg van de meestergids himself.
"Ah Jonas, daar ben je, kom het is tijd om te eten! Waarom ben jij toch altijd op stap met die pop van jou? Jou vriendjes hebben vandaag al drie keer gevraagd of je met hun autootjes kwam spelen!" Maar daar had Jonas helemaal geen zin in. Zo snel hij kon slikte hij na drie keer kauwen, in plaats van de volgens één van Monique haar boekjes aanbevolen 50 keer, het grote stuk aardappel dat op zijn bord lag door, sprong terug met konijn op de fiets en was weer op weg om de mooiste plekjes in Wuustwezel voor de tweeëndertigste keer te gaan bekijken.

Het prille begin

"Dit is wat ik nodig had", dacht hij toen hij zich op zijn luchtmatras vlijde, starend naar de heldere sterren die zich aftekende aan de donkere hemel. Ondertussen was hij al 3 dagen op trektoch met wat vrienden in de uitgestrekte bossen van Zweden. Voor een jongeman van 20 jaar was dit het ideale moment om eens stil te staan bij het leven dat hij leefde...

Op 22 april 1991 om 12u10 klonk er in het ziekenhuis van Brasschaat een hels geschreeuw. Het was op dat moment dat Jonas zijn eerste levenslicht zag. Een onschuldige baby die aan het begin van zijn leven stond was het resultaat van een zware bevalling en ookal is het leven niet altijd gemakkelijk, toch zou deze jonge spruit zijn leven voor niets ter wereld willen omruilen... hoewel?